ONDERZOEK
Tijdens de zwangerschap worden er verschillende onderzoeken gedaan zoals bloedonderzoek, het meten van de bloeddruk, het voelen aan de buik en het maken van echo's.
13 weken echo
De 13 weken echo is een echo onderzoek naar lichamelijke afwijkingen. Het kind is nog klein, maar sommige, vaak ernstige afwijkingen zijn wel te zien. Bij uw eerste bezoek vraagt uw verloskundig zorgverlener of u meer wilt weten over de 13 weken echo.
In een uitgebreid gesprek krijgt u dan informatie over het onderzoek. Als u kiest voor een 13 weken echo doet u mee aan wetenschappelijk onderzoek.
U kiest zelf of u de 13 weken echo wilt. Denk goed na over de volgende vragen:
- Hoeveel wilt u tijdens de zwangerschap al weten over uw kind?
- Als u te horen krijgt dat uw kind een lichamelijke afwijking heeft, wat wilt u dan doen?
20 weken echo
Bij de 20 weken echo wordt gekeken of uw kind lichamelijke afwijkingen heeft. De 20 weken echo is geen pret echo maar een medisch onderzoek. Uw verloskundig zorgverlener vertelt u alles over de 20 weken echo. U beslist daarna zelf of u de 20 weken echo wilt laten doen.
Denk goed na over de volgende vragen:
- Hoeveel wilt u tijdens de zwangerschap al weten over uw kind?
- Als u te horen krijgt dat uw kind een lichamelijke afwijking heeft, wat wilt u dan doen?
Voor meer informatie over de 13 weken echo en de 20 weken echo kijk op: https://www.pns.nl/prenatale-screeningen
C.T.G (Cardio Toco Grafie)
Met behulp van een elektronisch apparaat kunnen de hartslag van de baby en eventuele weeën, gedurende minimaal een ½ uur, worden geregistreerd. Gedurende het laatste trimester van de zwangerschap (vanaf 26 weken) kan op dit ‘hartfilmpje’ de conditie van de baby worden beoordeeld.
Meer informatie vindt u op de website van het Laurentius Ziekenhuis onder het specialisme Verloskunde.
NIPT
Je kunt kiezen voor de NIPT(niet-invasieve prenatale test ) als je tijdens de zwangerschap al wil weten of jouw kind het downsyndroom, edwardssyndroom of patausyndroom heeft.
Mensen met downsyndroom hebben een verstandelijke beperking. Iemand wordt daarmee geboren. Bij de een is het ernstiger dan bij de ander. Van tevoren is daar niets over te zeggen.
Edwardssyndroom en patausyndroom komen veel minder voor dan downsyndroom. Het zijn zeer ernstige aandoeningen. De meeste kinderen overlijden voor of rond de geboorte.
De NIPT kan ook andere aandoeningen vinden. Dit heet nevenbevindingen. Je kiest zelf of je deze wilt weten.